Bekijk hier de film Het Strijdlied, Op voor de Vrijheid Op! In deze documentaire laat Homme Wedman zijn liefde én weerzin tegen het strijdlied als Kunst in Opstand in woord en melodie zien en horen, via een persoonlijke keuze.
Uitgaand van de Marseillaise als moeder van alle strijdliederen gaan we langs de drie klassieke gezangen van de linkse beweging: het Vrijheidslied, het Mariannelied en de Internationale. De Warsawjanka brengt ons naar de drie Russische revoluties en de Spaanse Burgeroorlog en de Maagdenhuisbezetting. Bella Ciao, het Jiddische Partizanenlied en We shall overcome sluiten de rij.
Onderweg wordt stilgestaan bij achtergrond en gebruik van de liederen. Soms wordt een verzetslied een staatslied en vaak blijft van het lied alleen de herdenkingsfunctie over. Bestaan strijdliederen als uiting van sociaal-politieke bewegingen nog wel als zodanig?
Het strijdliederenkoor “De Reade Hoeke”, dat ook te zien en te horen is in deze film, kreeg op 30 januari de jaarlijkse Domela Penning uitgereikt.
UITGELICHT
Homme Wedman: Het Strijdlied
Een tekening van schilder Kees van Dongen met een opdringende arbeidersmassa en de vrijheidsleus sierden de voorpagina van De Vrije Socialist van 2 april 1904. Het was een jubileumnummer ter gelegenheid van het feit, dat Ferdinand Domela Nieuwenhuis de voorganger van het blad Recht voor Allen in het leven had geroepen en nadien geredigeerd. In het jubileumnummer waren waarderende teksten afgedrukt van oude strijdgenoten en literatoren en ook tekeningen van kunstenaars. Bijdragen kwamen vooral uit Nederland en België. De avond tevoren waren de originelen van de bijdragen in een dik in leer gebonden boek aan Domela aangeboden op een feestelijke bijeenkomst, waar de jubilaris werd toegezongen met het toplied van de Oude Beweging: Het vrijheidslied, op de wijze van de Marseillaise.
De tekeningen worden nog steeds bewaard in het Domela-museum in Heerenveen en vormden aanleiding voor de tentoonstelling ‘Kunst in Opstand’, die vanaf 17 november 2021 in Museum Heerenveen te zien was, maar leed onder de sluiting van de musea halverwege de expositieperiode.