Wat kan een antimilitarist doen als de oorlog, die de antimilitaristen hebben getracht te voorkomen, toch uitbreekt zoals gebeurde met de Eerste Wereldoorlog? Wat kun je doen in één land, wanneer de antimilitaristische strategie (algemene werkstaking, massale dienstweigering) gebaseerd is op actie in alle landen? Wat kun je doen wanneer je in een klein, neutraal land woont, zoals Domela Nieuwenhuis in Nederland, en je contacten over de grenzen steeds spaarzamer worden? Hoe ga je om met je eigen nationale gevoelens en antipathieën? Dit waren de vragen waar Ferdinand Domela Nieuwenhuis en de Nederlandse antimilitaristen zich plotseling voor gesteld zagen, toen eind juli 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak en ook de Nederlandse regering het leger mobiliseerde. Wat zeggen hun ervaringen ons nu nog en wat te denken van de effectiviteit van het antimilitarisme in het algemeen?
Is militair ingrijpen maar niet al te vaak nodig of is dat een eenzijdige, of zelfs verkeerde, manier van het benaderen van problemen? Dat zijn de vragen waar de lezing van Bert Altena over gaat. Ze zijn nu nog even relevant als tijdens de Grote Oorlog van 1914-1918.
Bert Altena was tot voor kort universitair docent aan de afdeling geschiedenis van de faculteit voor geschiedenis, cultuur en communicatie bij de Erasmus Universiteit Rotterdam.
De lezing vindt plaats op zondag 16 november en begint om 14.30 in het F. Domela Nieuwenhuis-Museum, Minckelerstraat Heerenveen. Voorafgaand aan de lezing geeft Bert Altena een rondleiding door het museum. Aanvang 13.00 uur.
Net zoals na de overige FDN-lezingen zal ook dit keer de tekst van de lezing in gedrukte vorm verschijnen. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met:
Frank Rutten
Parnassusweg 31-1
1077 DD Amsterdam
antbrink@xs4all.nl